1. Wist je dat een kat van nature asociaal én rancuneus is? Interacties met een kat – ook tussen soortgenoten – moeten daarom goed voorbereid, voorspelbaar en altijd positief zijn. Een kat kan jou blacklisten wanneer hij een slechte ervaring met je heeft gehad.
2. Wist je dat spinnen niet noodzakelijk wil zeggen dat een kat het naar zijn zin heeft? Een populaire theorie luidt dat spinnen eerder een ‘helende’ werking heeft, omdat ook katten die aan het bevallen of sterven zijn, spinnen. Meer nog: katten spinnen op een frequentie die onder meer littekenvorming en botgroei bevorderen.
3. Wist je dat katten angstig kunnen worden als je te vaak schoonmaakt? Katten geven feromonen af wanneer ze een ‘kopje geven’. Het terugvinden van een ‘feromoonmarkering’ geeft een kat een veilig gevoel. Wanneer die markeringen te vaak verdwijnen, raken ze ontregeld.
4. Wist je dat je een ‘buitenkat’ beter natvoer geeft dan kattenbrokjes? Natvoer lijkt qua textuur immers meer op een gevangen prooi dan droge brokjes.
5. Wist je dat vrouwelijke huiskatten dichter bij huis blijven? Een vrouwelijke huiskat die je buitenlaat zal zich in een straal van ongeveer 25 meter van huis begeven, terwijl een kater tot 100 meter ver kan gaan.
6. Wist je dat krabben een heel specifieke betekenis heeft? Het dient om het terrein waar de huiskat zich graag afzondert, af te bakenen. (Als dat je sofa is, dan heb je pech.)
7. Wist je dat katten zorgvuldig hun uitwerpselen bedekken? Zo willen ze zich beschermen tegen andere roofdieren en kunnen die hen niet op het spoor komen.
8. Wist je dat katten vaker en levendiger dromen dan een mens? Hun remslaap is dubbel zo lang als de onze.
9. Wist je dat veel bestaande kattenbakken eigenlijk te klein zijn voor een kat? Idealiter is een kattenbak anderhalve keer zo groot als de kat die hem gebruikt. Hij moet erin kunnen keren en wroeten, anders zoekt hij een ander plaatsje om zijn behoefte te doen.
10. Wist je dat ook een huiskat op de loer moet kunnen liggen en moet kunnen jagen? Als er niets anders in zijn omgeving is waarop hij zijn instinct kan botvieren, dan kunnen de handen of enkels van zijn baasje aanzien worden als prooi.