Waarom je maar beter je maten meet voor je begint te naaien

Waarom je maar beter je maten meet voor je begint te naaien

19/04/2022

Vaak gokken naai(st)ers een beetje naar de maat die ze gaan overtekenen of nemen ze de maat die ze hebben in hun favoriete kledingmerk. Maar dat kan wel eens nefast uitdraaien... De naaimadammen van La Maison Victor leggen hier uit hoe je het best aanpakt om de juiste maat te kiezen!

1 Waarom is het belangrijk om je maten te nemen
voor je een patroon overtekent?

Je kunt er niet zomaar van uitgaan dat je gebruikelijke confectiemaat ook de juiste maat is van het naaipatroon dat je wilt gaan maken. Iedere designer heeft namelijk zijn eigen vastgelegde maten. Onze matentabel is dus niet dezelfde als de matentabel van een confectieketen of een coutureontwerper. Net zoals je ‘gebruikelijke’ confectiemaat kan verschillen van merk tot merk, zo kan die ook verschillen van de matentabel van La Maison Victor.

2 Hoe meet ik mezelf op?
Zorg ervoor dat het lint altijd mooi recht zit wanneer je een omtrek opmeet en trek het lint niet te strak aan, er moet nog een vingertopje tussen het lint en je lichaam kunnen. Vaak heb je niemand in de buurt om je te helpen bij het opmeten, gebruik dan het bodyfit-meetlint van La Maison Victor, zodat je correct kunt meten en de afmetingen makkelijk kunt aflezen. Dit lint heeft een knoopje waarmee je de lintmeter rond je lichaam kunt vastklikken zodat je niet voorover hoeft te buigen en mooi rechtop kunt blijven staan tijdens het opmeten. Ook makkelijk als je de omtrek van je arm wilt meten met één hand!

3 Waar op mijn lichaam moet ik precies meten?
Om te weten welke maat je moet kiezen om een kledingstuk te maken, meet je je borst-, taille- en heupomtrek. Voor de borstomtrek leg je het meetlint om het breedste punt van je borsten heen. Om te bepalen waar je je tailleomtrek precies moet meten, buig je met gestrekte rug even naar  opzij. Het punt onder je ribben waar je lichaam plooit, dat is je taille. Voor de heupomtrek meet je rond het breedste punt van je heupen en zitvlak. Om dat breedste punt te vinden, verplaats je de lintmeter een paar keer op en neer. De manier  van meten is hetzelfde voor vrouwen, mannen en kinderen. Verder is het ook handig om enkele controlematen te meten:  je bovenarmomtrek (ongeveer 5 cm onder je oksel), je armlengte (van de schouder tot je polsknobbeltje) en je binnenbeenlengte voor het maken van broeken (van je kruis tot je enkelgewricht). Ook je dijbeenomtrek meten (5 cm onder je kruis) kan handig zijn.

 

4 Ik heb me opgemeten, wat nu?

Vergelijk jouw borst-, taille- en heupomtrek met die van de La Maison Victor-matentabel. Wil je een bovenstuk of een jurk maken, kijk dan bij welke maat jouw borstomtrek het dichtste aansluit. Kijk vervolgens naar de taille- en heupomtrek van die maat en vergelijk met jouw maten. Liggen ze dicht in de buurt (mag 2 cm afwijken), dan mag je die maat overtekenen. Wijkt een van je opgenomen maten sterk af (meer dan 3 cm)? Dan heb je twee opties: ofwel verbind je bij het overtekenen van het patroon de lijnen van 2 of 3 maten, ofwel teken je het patroon van 1 maat over (die waarbij je borstomtrek aansluit) en pas je het patroon vervolgens aan. Meer uitleg over patronen aanpassen vind je in dit boek op p. 48. Bij het maken van een onderstuk zal je heupomtrek bepalen welke maat je het best overtekent en pas je eventueel de tailleomtrek van het patroon aan indien die te veel afwijkt.

5 Moet ik elke keer opnieuw mijn maten nemen?

Zolang je eigen maten niet veranderd zijn, mag je telkens dezelfde maat overnemen bij patronen van La Maison Victor. Heb je het gevoel dat er wat aan je lichaam veranderd is, dan meet je het best alles nog eens opnieuw en vergelijk je je nieuwe maten met de tabel. Onze maattabel verandert in principe niet. Maar we sluiten niet uit dat er ooit eens iets aan zou kunnen wijzigen. Hoewel we dat dan natuurlijk zeker zullen vermelden, check je toch maar het best telkens als je een patroon overneemt of de matentabel nog steeds overeenkomt met je eerder opgenomen maten

6 Wat met de lengtes van de kledingstukken?

Ook de lichaamslengte waarvoor wij de patronen ontwerpen staat vermeld in de matentabel. Houd hier dus zeker rekening mee, want als jij veel groter of kleiner bent, zul je het kledingstuk moeten verlengen of verkorten (hierover
vind je meer uitleg op p. 52). Daarnaast is de juiste lengte van een kledingstuk iets wat deels bepaald wordt door smaak. Sommige mensen hebben graag dat hun bovenstukken lekker lang vallen tot op de heupen, anderen hebben liever kortere bovenstukken omdat ze die graag in hun broek of rok steken en niet te veel stof willen wegsteken. Hetzelfde geldt voor broeken:er zijn vrouwen die willen dat de pijpen mooi over hun hoge  hakken vallen, anderen dragen nooit hakken en willen een iets kortere zoomlengte. Of je houdt van blote enkels en wilt vooral trendy ‘cropped’ broeken dragen. Ook bij roklengtes en mouwlengtes heeft ieder zijn eigen voorkeur. Het leuke aan naaien is dat je dit allemaal helemaal zelf kunt bepalen! Het enige wat je moet doen, is de lengte van de patronen even nameten voordat je ze uitknipt. Ga bij jezelf na tot waar het kledingstuk zou vallen en pas aan naar je eigen smaak en voorkeuren.

7 Naadwaarde weglaten om een patroon te verkleinen: goed of slecht idee?

Beter niet doen. Door naadwaarde weg te laten, verander je de vorm van het patroon. Kijk maar eens goed naar de gradatie (matensprongen) tussen twee maten. Een patroon wordt niet op elk punt evenveel vergroot of verkleind. Als je een patroon wilt verkleinen en je laat de naadwaarde weg, dan kun je weleens een foute pasvorm overhouden, vooral aan zijnaden, arm- en halsuitsnijdingen. Wil je het patroon op een bepaalde plaats verkleinen, teken dan ofwel de lijnen van een maat kleiner over, ofwel pas je je patroon aan.

 

De grote Libelle naaigids

Wil je meer leuke naaitips en tricks? Je vindt het allemaal in De grote Libelle naaigids!