Aangekocht materiaal

Als je klaar bent met het kosteloos materiaal, bekijk dan samen met je kind(eren) het speciaal aangekochte materiaal. Laat elk kind zijn of haar knutselgerei bij elkaar leggen. Elk kind heeft zijn/haar interesse en voorkeur, dus het is interessant om elk kind een doos te geven met zijn of haar naam op. Enkele voorbeelden bij mijn eigen kinderen: bij de oudste zijn dit vooral stickers, crêpe-papier en houten in elkaar te zetten vormen – bij mijn jongste zijn dit strijkparels, stiften en plasticine. Het doel van die doos is dat je kind zelfstandig kan knutselen gedurende een 10 à 15 minuten. Dat is natuurlijk zeer beperkt in timing, maar voldoende om jou de kans te geven om bijvoorbeeld het eten voor te bereiden. Kinderen maken op deze manier ook minder ruzie over wie wat gaat gebruiken. En natuurlijk mogen ze hun eigen materiaal dan combineren met het vrij toegankelijk materiaal dat je voor iedereen beschikbaar maakt.

Maximumaantal knutselwerken

Houd dus ook rekening met het aantal kinderen dat je hebt. Zo moet je van elk kind een gelijk aantal tekeningen en werkjes kunnen hangen en zetten. Leg dit ook heel goed aan al je kinderen uit. Er is per kind bijvoorbeeld plaats voor drie tekeningen en twee werkjes. Komt er een nieuwe tekening bij? Dan wil dat zeggen dat er een oude tekening weg moet (of naar de opgeslagen tekeningen). Op die manier leer je je kind ook zelf beslissingen te nemen over zijn/haar eigen materiaal. Je moet je wel absoluut houden aan dat maximumaantal tekeningen en daar zeker niet op toegeven.

Wat doe je nu met die honderden tekeningen die nog ergens opgeslagen liggen of tekeningen die weg moeten van de uitstalruimte? Maak per kind in zijn of haar kamer een doos vrij waarin je zijn of haar tekeningen kunt bewaren. Zo heb je alles op één plaats en dat maakt de jaarlijkse uitsortering eenvoudiger. Een ideaal moment voor de jaarlijkse uitsortering is het einde van het schooljaar (zeker als je kinderen nog jong zijn). Zo kun je dat schooljaar afsluiten en er tijd voor maken in de vakantie.

En wat nadien?

Nu moet je beslissen wat je met de tekeningen en werkjes gaat doen zodra je weet welke je wilt bijhouden. Je kunt ze verzamelen in een map of je kunt er foto’s van maken en een mooi fotoboek samenstellen. Er zijn best wat alternatieven om er een leuke herinnering van te maken. Je weet dan ook hoeveel tekeningen en werkjes je maximaal nodig hebt (voor een fotoboek heb je er bijvoorbeeld een zeventigtal nodig) en je kunt op basis daarvan verder selecteren. Indien je kind hieraan deelneemt, moet je even de omgekeerde selectiemethode toepassen. Dit wil zeggen dat je niet moet kijken wat je wilt weggooien, maar dat je net moet uitkiezen wat je wilt bijhouden. Dat is eenvoudiger voor je kind en het zal vlugger gaan.

Zo, je hebt nu een manier om de huidige hoop tekeningen en werkjes weg te werken tot een systeem om de nieuwe te etaleren en daarna op te slaan en jaarlijks te verwerken!